Gisteren zat ik naar Pauw te kijken en daar sprak Minister Schouten: ‘Voedsel is te goedkoop geworden’
„In de jaren 70 waren wij ongeveer 20 procent van ons inkomen kwijt aan voedsel. Dat is nu 10 tot 12 procent. Voedsel is ongelofelijk goedkoop geworden.’’
Een hele bijzondere stelling vind ik dat. Waarom?
Kijken naar hoeveel procent iets is van het inkomen is een vergelijk van waar geeft iemand zijn geld aan uit, niet of iets goedkoop of duur is.
In maart geeft het Nibud aan dat een huishouden meer dan 55% van het inkomen kwijt is aan wonen. Als wonen duurder is geworden dan blijft er procentueel minder van het huishoudgeld over voor voedsel.
Als een appel in de jaren 70 in de winkel € 0,25 kostte en nu € 0,20 ja dan kan je zeggen dat een appel goedkoper is geworden. Maar als iemand minder ruimte heeft om te besteden is het echt niet goedkoper geworden. Dat zou betekenen dat mensen die geen geld hebben voor een vakantie en dus 0% van hun inkomen uitgeven aan een vakantie dat vakanties vandaag de dag wel heel goedkoop zijn geworden.